‘Merken kunnen een katalysator zijn voor duurzaamheid’, opent bvA-directeur Henriette van Swinderen de sessie. ‘Vandaag is een van de momenten dat we concreet willen maken op welke manieren dat kan.’ De bijeenkomst heeft niet voor niets de opzet van een ronde tafel: het doel is niet zenden, maar uitwisselen. Dat wordt gedaan aan de hand van inhoud, polls en veel ruimte voor discussie. De vijftien deelnemers zijn in verschillende mate en vanuit diverse sectoren betrokken bij verduurzaming. Er staan drie thema’s op de agenda en in dit verslag worden de belangrijkste uitkomsten van de tafelgesprekken gedeeld:

1) CO2e-uitstoot van productie en media.

2) Inzicht krijgen in het ESG-beleid van marketingpartners.

3) Het gebruik van contracten om duurzaamheid in de samenwerking te integreren.

CO2e-uitstoot van media en productie: grote stappen te zetten in kennis en actie

Jasper Bronner, verantwoordelijk voor het thema duurzaamheid binnen de bvA, opent het eerste thema en geeft een introductie tot het Carbon Emisson Framework. Deze industriestandaard voor het meten van de CO2e-emissie van reclame is een gezamenlijk initiatief van adverteerders, bureaus en media-exploitanten. Het heeft als doel per 2025 volgens een gedeelde standaard te kunnen rapporteren over de uitstoot van media en productie. Op dit moment is het Framework in de opstartfase. Meteen zijn er volop vragen van de deelnemers: welke van de tafelgenoten heeft bijvoorbeeld al CO2-targets? En zal media-impact niet altijd boven duurzaamheid blijven gaan? Niet op alle vragen zijn al antwoorden – en dat hoeft ook niet, benadrukt Jasper Bronner. ‘Velen staan pas aan het begin en zijn nog zoekende. Juist daarom is het zo goed om als industrie met een standaard en een makkelijk uitvoerbare aanpak te komen’.

Iemand die dit ook direct beaamt, is Fidel van Kempen, duurzaamheidsmanager bij Odido. Net als de andere deelnemers aan de sessie, voelt ook hij een intrinsieke motivatie om zich in te zetten voor het klimaat. Hij deelt tijdens een beknopte presentatie de reis van Odido richting zero carbon. Odido heeft al veel belangrijke stappen gezet, van het exact meten van de uitstoot (inclusief bijvoorbeeld het opladen van telefoons door klanten) tot het stellen van sterk onderbouwde doelen (SBTi). Toch bestaat het tweede deel van zijn presentatie uitsluitend uit eerlijke vragen: hoe kunnen we de meetmethode verbeteren en hoe houden we de media-effectiviteit in stand met minder uitstoot? Het blijken vragen te zijn waar alle deelnemers mee worstelen. Ze onderstrepen het belang van een industriestandaard en van het opbouwen van inzichten.

Conclusies vanuit de ronde tafel:

• Kennis over CO2e-uitstoot vanuit media en productie is nog zeer beperkt.
• Meer actie nodig van adverteerders en bureaus, zeker met de ESG-rapportageverplichtingen voor grote bedrijven (CSRD) in het achterhoofd.
• Standaardisatie van meten is een must: nu grote verschillen, afhankelijk van methodiek.
• Carbon Emission Framework moet de industriestandaard worden en is in de opstartfase.
• Voor mediakeuzes blijft effectiviteit leidend; binnen kanalen nog veel ‘quick wins’ in reductie.
• Trek samen op met jouw sustainability manager voor meer aansluiting en impact

Duurzaam handelen start met het selecteren van duurzame partners

De sessie draait vervolgens om het belang van inzicht in het duurzaamheidsbeleid van partners (ESG-assessment) en het maken van duurzame (contract-)afspraken in de samenwerking. Jeroen Preseun (Holland Casino) leidt samen met Jasper Bronner de bvA Taskforce Sustainable Marketing Procurement. Hij deelt de stappen die de taskforce al heeft gezet op dit gebied. Zo werkt de taskforce (samen met de VIA) aan een gestandaardiseerde vragenlijst voor bureaus en exploitanten, die idealiter aansluit bij veel gebruikte digitale platformen waaronder EcoVadis. Dit kan niet alleen veel tijd besparen voor iedereen die dergelijke informatie met elkaar uitwisselt, maar zorgt ook voor een benchmark in de industrie. Hierdoor ga je makkelijker het gesprek met elkaar aan en kun je inspiratie opdoen bij andere bedrijven. De deelnemers vragen volop door en maken aantekeningen. ‘Zo nuttig om te horen wat de eerste praktijkervaringen zijn’, stelt iemand. ‘En laten we niet vergeten dat we juist op zoek zijn naar het positieve, naar transparantie. Daarom zijn we vandaag hier’.

Conclusies vanuit de ronde tafel:

• Sterke behoefte aan inzicht in ESG-beleid van partners.
• Standaardisatie van een dergelijk assessment levert veel efficiency op voor alle partijen.
• Het moet voor kleinere bureaus behapbaar blijven wat organisaties vragen.
• bvA en VIA zijn bezig met de ontwikkeling van een gestandaardiseerd ESG-assessment voor de markt.

Contracten zijn een effectief instrument om duurzaamheid in samenwerking te integreren

Duurzaamheidsdoelstellingen opnemen in contracten met partners blijkt nog niet of nauwelijks te gebeuren. De taskforce werkt aan een addendum op de bestaande modelovereenkomst, dat in een latere fase te downloaden zal zijn voor bvA-leden. Jeroen Preseun legt uit wat er op dit moment in het concept-addendum staat: inzet van duurzame energiebronnen, meten van CO2e-uitstoot, vastleggen van reductiedoelstellingen, acties tot verlaging, greenwashing-gerelateerde zaken en voorbeeld-KPI’s. Er is enthousiasme om dit soort afspraken meer te gaan formaliseren. Het geeft een boost aan de integratie van duurzaamheid in de samenwerking en geeft bureaus en adverteerders de kans om daarbij ook een gezamenlijke ambitie op te stellen.

Conclusies vanuit de ronde tafel:

• Unaniem instemming over de kracht van contracten om duurzaamheid in de keten te bevorderen.
• Nog nauwelijks afspraken over reductie-targets; ook in de way of working nog weinig vaste onderdelen (zoals CO2e-evaluatie meetings).
• Wens om duurzaamheid meer te formaliseren en targets te stellen.
• Het moet een gezamenlijke ambitie zijn, een samenwerking tussen bureau en adverteerder.
• Er wordt gewerkt aan een duurzaamheidsaddendum dat bvA-leden kunnen gaan gebruiken.

Samenvattend: samen komen we er

Na twee uur vol openheid, inhoudelijke vragen en goede gesprekken, trekt Jasper Bronner een overkoepelende conclusie: ‘Veel teams en bedrijven staan nog aan het begin van deze reis. Dat maakt het soms lastig te bepalen waar te beginnen. Maar de wil is er overduidelijk en er is veel draagvlak voor de besproken initiatieven. Als we samen optrekken hierin, dan komen we er.’ Henriette van Swinderen sluit af: ‘Het was instructief en constructief. Met al jullie waardevolle input kunnen we dit thema naar een volgende fase brengen.’